Vraag het je schrijfvriendin!
Twee vriendinnen chatten elke maand over schrijversdromen, struggles, successen en andere schrijfzaken.
Marleen Hartog is thrillerschrijfster en werkt momenteel aan haar tweede psychologische thriller: Spiegeleffect. Voor ze haar eerste thriller Skoftig schreef, publiceerde ze drie non-fictieboeken.
Helga Aerssens is expert op het gebied van boekmarketing. Haar eerste boek over boekpromotie is in de maak. Daarnaast schrijft ze verhalen in diverse genres, waarbij voor kinderen schrijven haar favoriet is.

SCHRIJVERS-CHAT
Marleen:
Als wat voor type schrijver zie jij jezelf? Durf je jezelf überhaupt schrijver te noemen?
Helga:
Goeie vraag. Het schrijven is bij mij een uit de hand gelopen hobby. Voor mijn gevoel ben ik er wel fulltime mee bezig. Ik schrijf aan een manuscript voor een kinderboek, verhalen voor volwassenen, fictie en non-fictie, promotieteksten. Ik schrijf, dus ik ben schrijver. Ik heb nog niet echt mijn niche gevonden en ik ben ook nog niet gepubliceerd met eigen boeken, zoals jij.
Hoe voelt het om gepubliceerd thrillerschrijver te zijn?
Marleen:
Ha, ik weet niet of ik een direct verschil tussen voor en na publicatie kan beschrijven, behalve dat ik nu in de boekenkast pas! Alleen voel ik daar zelf niets van. 😉
Alle gekheid op een stokje: het voelt nu normaal, maar dat is iets wat is gegroeid. Mijn eerste boek verscheen in 2013, dus ik ben al even onderweg. Pas na mijn derde boek voelde het kloppend om mezelf schrijver te noemen. Daarvoor vond ik dat onwennig. Achteraf gezien is het wel fijn geweest, want het geeft me een fijne basis om mezelf nu thrillerschrijfster te kunnen noemen zonder dat ik me daar ongemakkelijk bij voel.
Helga:
Je zegt dat het gegroeid is. Toch is een thriller schrijven anders dan non-fictie boeken. Welke ontwikkeling heb je doorgemaakt als schrijver tijdens het schrijven van Skoftig?
Marleen:
Dat is heel lastig te meten. Skoftig zou namelijk mijn allereerste boek worden. Eenmaal begonnen aan het manuscript kwam het leven tussendoor! Dat leverde drie non-fictie boeken op. De eerste woorden van Skoftig stonden in 2011 op papier en nog eerder leefde het verhaal al in mijn hoofd. Kun je nagaan. Tussen het verschijnen van mijn andere boeken heb ik hieraan gewerkt.
Ik denk dat mijn eerdere werken geschreven moesten worden voor ik me vol overgave op het thrillerpad kon begeven. Achteraf is dat natuurlijk makkelijk praten, toch voelt het zo. Het eindresultaat was nooit zo sterk geweest als ik het sneller had gedaan.
Het is tijdens het schrijfproces trouwens altijd de vraag: wanneer is het klaar? Je kunt wel eeuwig doorgaan, maar wordt het daar beter van? Misschien, ik ontwikkel me immers als schrijver. En: je kunt het verhaal ook kapot schrijven. Ik denk dat ik op het juiste moment gezegd heb dat het klaar was.
Het was megaspannend hoe Skoftig ontvangen zou worden. Kon ik dat wel, fictie schrijven? Ik ben trots op Skoftig en de ontvangst is ook heel positief geweest (en nog steeds). Hoe heb jij, als vriendin van mij die dit vanaf de zijlijn heeft meegemaakt, dit eigenlijk ervaren?
Helga:
Je was volop aan Skoftig aan het schrijven toen ik je leerde kennen. Ik wist dat je een thriller aan het schrijven was, maar over de inhoud heb je niet veel gedeeld. Over het proces des te meer: het schrijven, herschrijven, naar aanleiding van de terugkoppeling van de redactie en de proeflezers nog eens aanpassen. Bij elke stap heb je geleerd. Weloverwogen keuzes gemaakt of je iets wilde doen met de feedback die je ontving.
‘Ineens’ was er de omslag, liet je de proefdruk zien en na een paar weken ongeduldig wachten werden de dozen eindelijk geleverd. Je eerste thriller was er! En ja, je kunt fictie schrijven.
Nu ben je een jaar verder, een ervaring rijker en een tweede thriller in de pen. Welke tip zou je geven aan schrijvers die graag een boek zouden uitbrengen?
Marleen:
Omarm je redacteur! Wat zeg ik: omarm je redacteurs. En je proeflezers. Verzamel de beste om je heen. Zie ze als je leermeesters en streef ernaar zoveel mogelijk van ze te leren. Doe het!
Het schrijven van de eerste versie van je manuscript is een enorme klus. Als die hobbel eenmaal genomen is mag je echt rete-trots zijn op jezelf. Alleen betekent dat niet automatisch dat je boek ook meteen geschikt is voor publicatie. Ik hoef jou niet te vertellen dat het herschrijven niet gelijk staat aan het gevoel dat je ervaart wanneer je in een hangmat in de zon ligt met in je ene hand een drankje en in je andere een boek. 🙂 Maar dit is wel de meest leerzame fase (mits je de juiste mensen om je heen hebt verzameld).
Korter (en botter) gezegd: leer met kritiek omgaan als je daar moeite mee hebt.
Je manuscript voelt aan als je baby en baby’s zijn niet lelijk, dat weten we allemaal. Boekenbaby’s zijn dat ook niet, maar voor je ze uitbrengt moet je het opvoeden en grootbrengen! It takes a village to raise a child. Zo is het ook met je boek. Je hebt die feedback nodig.
Nu weet ik dat jij ook iemand bent die graag leert, maar ik ervaar dat (beginnende) schrijvers vaak op dit punt struikelen, dus ik geef dit graag als tip aan iedereen die het (niet) wil horen.
Helga:
Ik heb liever van tien mensen feedback ter verbetering dan dat er een boek op markt komt wat veel beter gekund had. Of nog erger: dat er allemaal spelfouten in zitten. Natuurlijk kan een foutje altijd gebeuren, maar hoe meer mensen er naar kijken hoe kleiner de kans dat het daadwerkelijk gebeurt.
Voor de laatste redactiefase heb ik mijn schrijfbuddies al gevraagd om ernaar te kijken. Dit is vaak als de eerste versie klaar is. Klopt de verhaallijn? Is het net zo duidelijk voor de lezer als voor mij? Soms is het in je hoofd heel helder maar op papier toch nog verwarrend. Na die feedback pas ik aan wat veranderd moet worden. Natuurlijk ben ik daarin eigenwijs, ik ben tenslotte de schrijver. 🙂
Daarna ga ik zelf nog schrappen en herschrijven. Mijn eerste idee is meestal niet het beste en dan wil het me nog weleens gebeuren dat er later dingen aangepast moeten worden.
Het wordt echt spannend als ik denk dat het manuscript klaar is voor proeflezers. Tot die tijd was het nog een ‘work in progress’ en nu denk ik dat het klaar is. De feedback van de proeflezers zal dit beamen of niet. Dus ja, ook ik ben ervan overtuigd dat je verhaal alleen maar beter wordt door feedback.
Net als een baby draag je het alleen, je schrijft een boek alleen, maar het komt niet alleen op de wereld. Daar heb je hulp bij – een heel team zelfs.
Heb jij een vast team?
Marleen:
Ja zeker! Ik heb een geweldig team om me heen verzameld. Hier en daar ben ik nog wat aan het schuiven, zodat iedereen op de juist plek in het proces zit. Daarnaast breidt het team zich nog steeds uit. Telkens als ik groei, investeer ik in uitbreiding.
Ik heb een diverse poule proeflezers en redacteurs van wie ik weet dat ik ook echt iets aan hun feedback heb. Ze zijn op verschillende vlakken sterk. Ik heb tevens gekozen voor een manuscriptredacteur en persklaarmaker die voor bekende uitgeverijen werkt en heel veel thrillers (van grote namen in thrillerland) onder handen neemt.
Door met zulke fijne, bekwame en enthousiaste mensen te werken, kan ik mijn werk naar een hoger niveau trekken. Ik wil lezers kunnen verblijden met mijn thrillers en dat vraag om een goed team.
Omdat Skoftig een jaar bestaat, wil ik bij deze thrillerliefhebbers verblijden met een leuke winactie! 🙂
Winactie!
Deze maand is het precies een jaar geleden dat de psychologische thriller Skoftig verscheen! Daarnaast zijn de Spannende Boeken Weken van 2020 begonnen.
Goede reden voor een Skoftig winactie!
